Pagina's

maandag 5 maart 2012

Terug thuis uit Congo, hoewel …

Zaterdagochtend werden we door onze familie en vrienden massaal opgewacht in Zaventem. Het deed deugd om na veertien dagen onze intimi terug te zien. In de rit naar huis werd al druk heen en weer gebabbeld, want iedereen had toch zoveel te zeggen en te vragen. Niet alleen in Congo was er die veertien dagen veel te beleven, in mijn eigen thuisomgeving was er duidelijk ook heel wat gebeurd. 

Onze oude huiskat kijkt me na veertien dagen afwezigheid nogal onwezenlijk aan. ‘Ik ken die van ergens’ denkt ze, maar moet hiervoor ver in haar verleden teruggaan. ‘Je mag van geluk spreken dat je niet in Congo leeft, want waarschijnlijk was je daar – wegens voor de hand liggende reden – niet zo oud geworden’, flitst het door mijn hoofd. 

Ik merk dat het gras van ons gazon gegroeid is en moet ogenblikkelijk terugdenken aan Lubumbashi. Een Congolees reed er met een elektrische grasmachine het gras af aan de straatkant. Na onze avonturen in het verloederde Kinshasa was dit voor mij wel een opluchting. Congo is een land met vele snelheden en de provincie Katanga lijkt me wel ver vooruit.

Nog vlug eens opa bellen, want ik had het vermoeden dat hij mijn tripje naar Congo niet echt zag zitten. Eénmaal gerustgesteld dat ik goed en wel terug was, kon ik mijn valies openen.

Ik had natuurlijk wat souvenirs mee uit Congo, alleen was de vraag of deze de trip wel zouden overleefd hebben. Eén na één kwamen ze ongehavend uit de vuile was, alvast een opluchting ! Ook de propere was moest de wasmachine in, want er hing volgens Annemie een Congo-geur aan de kleren. Zelf merkte ik dat niet meer. Die veertien dagen Congo hadden precies meer met mij gedaan dan ik ooit zelf had durven vermoeden.

De foto’s werden vlug op de laptop opgeladen en in een uurtje kon ik onze inleefreis wat duiden. En dan kwam het grote moment : een heerlijke douche (met warm water en een sterke straal). Het middagmaal kwam op tafel en ik had vooral veel groenten gevraagd, want de laatste weken had ik die wel gemist. De laatste dagen in Kinshasa werd er opvallend veel over eten gepraat: hopelijk heeft Ellen al haar pasta met vier kazen kunnen verorberen, mocht Heidi een goede spaghetti voorgeschoteld krijgen en voor onze Kimm stond pizza hoog op haar verlanglijstje. 

’s Namiddags deed er zich echter iets eigenaardigs voor. Terug thuis kreeg ik het helemaal niet warm. De chauffage deed echt haar best en de open haard zorgde voor een gezellige sfeer en een 24 graden, maar ik bleef het koud hebben. Mijn huisgenoten deden hun uiterste best om het mij zo aangenaam mogelijk te maken, maar toch. Ze wezen me ook op de weinige slaap tijdens onze twee weken en de slapeloze nacht op het vliegtuig van Kinshasa naar Zaventem. En er was natuurlijk ook nog het temperatuursverschil van zo’n 20 graden. Maar er was meer! Toen pas besefte ik hoe ‘warm’ de Congolezen wel zijn, altijd vrolijk, ondanks de omstandigheden waarin ze moeten leven. Velen onder ons kunnen daar wel een voorbeeld aan nemen. Op rationeel vlak kunnen wij hen waarschijnlijk nog veel bijbrengen, maar op sociaal en menselijk vlak staan zij toch wel een streep voor. Niets hebben en toch delen, je moet het maar doen !

Het prototype van de westerling (mooi huis, grote wagen, goeie job, jaarlijkse vakantie en een fantastisch gezin) heeft in die veertien dagen wel iets geleerd: leer gelukkig te zijn, ook met het weinige dat je misschien maar hebt, wees vrolijk en blij. Het kan hier gerust met wat minder! 

Danny
5 maart 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten